30 april 1945: Hitler pleegt zelfmoord in ondergrondse bunker
Vandaag is het precies 80 jaar geleden dat Adolf Hitler overleed op 30 april 1945 in zijn bunker in Berlijn. Zijn dood betekende het definitieve einde van het Derde Rijk, terwijl de geallieerden de laatste fasen van de Tweede Wereldoorlog ingingen.

Adolf Hitler pleegde zelfmoord op 30 april 1945 in zijn bunker onder de Rijkskanselarij in Berlijn. Terwijl de Sovjet-troepen de stad binnendrongen en het Derde Rijk op instorten stond, besloot Hitler samen met zijn vrouw Eva Braun een einde aan hun leven te maken.
Volgens historische bronnen schoot Hitler zichzelf door het hoofd, terwijl Eva Braun vergif innam. Na hun dood werden hun lichamen naar buiten gebracht, overgoten met benzine en verbrand in de tuin van de Rijkskanselarij, om te voorkomen dat ze in handen van de Sovjets zouden vallen.

De Rijkskanselarij in Berlijn met vooraan links de ingang van de ondergrondse bunker.

Dit is mogelijk de laatste foto van Hitler. Hij bekijkt de schade in de door bombardementen getroffen Rijkskanselarij in april 1945. Links van hem zijn persoonlijke assistent Julius Schaub. Schaub was enkele dagen voor zijn dood vertrokken om Hitlers persoonlijke papieren in München en op de Obersalzberg te vernietigen.
In de vroege ochtend was hem bevestigd dat de Duitse legers in de omgeving van Berlijn niets meer kunnen uitrichten om hem te hulp te komen.
Rond de middag gebruikte hij zijn laatste maaltijd met zijn secretaressen, zonder zijn kersverse echtgenote Eva, die hij tot het einde “Fräulein Braun” is blijven noemen Daarna namen hij en Eva afscheid van zijn persoonlijke bedienden, van zijn secretaris Martin Bormann en van propagandaminister Joseph Goebbels en zijn vrouw Magda. Ze trokken zich daarop terug in een vertrek van de bunker.

Een Sovjetmilitair zit in de bunker op de canapé waarop Hitler zich het leven benam.
Kort daarop waren ze dood. Voor zover de aanwezigen konden vaststellen, heeft Hitler zich in het hoofd geschoten, Eva zou vergif hebben ingenomen.
De lijken werden via een trap naar de tuin van de Rijkskanselarij gedragen, met een grote hoeveelheid benzine overgoten en in brand gestoken.

De tuin van de Rijkskanselarij kort na de val van Berlijn. In de greppel vooraan werd het verbrande lichaam van Hitler gevonden. De bunker lag onder die plek. Het lichaam werd via de nooduitgang (het betonblok links) naar buiten gebracht. Het gebouwtje op de achtergrond is een betonnen wachthuisje dat nog in aanbouw was (vandaar de houten stellingen).
Goebbels en Bormann, die nu de leiding hebben in de bunker, willen Hitlers dood voorlopig geheimhouden. Goebbels heeft de bevelhebber van Berlijn, generaal Weidling, op de hoogte gesteld, maar eist dat er niets uitlekt. Hij wil ook dat de “heldhaftige” strijd om Berlijn wordt voortgezet, hoewel Weidling al een tijd opmerkt dat die strijd totaal hopeloos is.
Admiraal Dönitz, die in het noorden van Duitsland het bevel voert, heeft via een radiotelegram van Bormann vernomen dat de Führer hem tot zijn opvolger heeft benoemd, maar er stond niet bij dat hij niet meer in leven is. Dönitz heeft in zijn antwoord zijn trouw aan Hitler bevestigd.

Admiraal Dönitz met Hitler, eerder in 1945 (Bundesarchiv Bild).
Slag om de Rijksdag
Het grootste deel van de miljoenenstad Berlijn is nu in handen van het Rode Leger, maar in het centrum wordt heviger gevochten dan ooit. De wijk Tiergarten, het groene hart van Berlijn vlak naast de regeringswijk, is grotendeels veroverd.

Sovjetsoldaten in actie in Berlijn.
Ten noorden van de Rijkskanselarij zijn de Sovjettroepen via de Molktebrug over de Spree doorgestoken tot de omgeving van het Rijksdaggebouw.
De Rijksdag wordt beschouwd als het “doelwit” van het offensief op Berlijn. De eenheden van het Rode Leger voeren een echte competitie over wie het parlementsgebouw zal veroveren. Toen Sovjetmilitairen het enorme gebouw in zicht kregen, haalden ze er Berlijners bij met een tolk om er zeker van te zijn dat het wel degelijk de Rijksdag was.

Een Sovjetofficier geeft instructies bij de Rijksdag.
Zo’n 5.000 Duitsers – SS’ers, Hitlerjugend en marinepersoneel – verdedigen de buurt met ongekende hevigheid tegen een grote overmacht. In de gebouwen rond de Rijksdag – zoals het ministerie van Binnenlandse Zaken – is vreselijk gevochten. Iedere verdieping, iedere kamer moest afzonderlijk worden ingenomen.

Gevechten voor de Rijksdag.
In de namiddag bestormde de 150e Sovjet-Infanteriedivisie de Rijksdag, terwijl opgehesen veldkanonnen vanuit de ramen van het ministerie het gebouw onder vuur namen. Vanuit de Rijksdag zijn de aanvallers massaal onder vuur genomen. De grote deuren waren dichtgemetseld en er kwamen mortieren aan te pas om een opening maken.
Ondanks zware verliezen drongen de manschappen van het Rode Leger het enorme gebouw binnen. Een aantal onder hen beklommen al vechtend de trappen, richting het dak, in heel het enorme gebouw wordt strijd gevoerd.

Aanval op de Rijksdag.

München valt zonder moeite in Amerikaanse handen
Divisies van het Zevende Amerikaanse Leger hebben München ingenomen, de grootste stad van het zuiden van Duitsland.
De hoofdstad van Beieren kreeg onder het nazibewind de titel “Hoofdstad van de Beweging”. München is immers de geboorteplaats en de zetel van de nazipartij, de NSDAP. Hitler woonde sinds 1912 in München, waar hij later zijn eerste stappen in de politiek zette. Hij heeft er formeel nog altijd zijn woonplaats.

Bij de bezetting van München vielen de Amerikanen ook Hitlers privé-appartement binnen. De befaamde Amerikaanse fotografe Lee Miller (links) liet zich toen fotograferen in het bad van Hitler door haar collega David Sherman (rechts) … en omgekeerd. Beide fotografen reisden met het Amerikaanse leger mee. Miller voor het blad Vogue, Sherman voor Life.
Acht dagen eerder had Hitler nog bevolen dat München tot het uiterste verdedigd moest worden. Daar viel weinig van te merken.
Bij gebrek aan vuurwapens had de Volkssturm de toegangswegen afgezet met sparrenstammen. Alleen in enkele buitenwijken boden SS-eenheden nog weerstand. Een Amerikaanse jeep kon ongehinderd tot aan de centrale Marienplatz rijden.

Amerikaanse militairen in München met kersverse krijgsgevangenen. "Er zijn er te veel!" staat achter op de originele foto (USHMM).
De Amerikanen zijn meestal hartelijk door de bevolking ontvangen. De grote meerderheid van de Münchenaars is de oorlog meer dan beu, zeker nu negen op de tien huizen beschadigd of vernietigd zijn door de voorbije bombardementen.
De stad heeft ook een linkse traditie en de nazi’s deden het bij vrije verkiezingen nooit echt goed in “hun” hoofdstad.

Inwoners van München begroeten de GI's.
Enkele dagen eerder zijn zo’n 1400 militairen en burgers in opstand gekomen. Ze vormden al eerder een clandestiene verzetsbeweging, de Freiheitsaktion Bayern.
De opstandelingen hebben een tijd het radiostation overgenomen. Ze kondigden via de radio het einde van het militarisme en het nationaalsocialisme aan. Door die oproep sloeg een aantal bewakers van het naburige concentratiekamp Dachau op de vlucht.
Onder de codenaam “Fazantenjacht” begon de Freiheitsaktion Bayern nazileiders op te pakken (die de spotnaam “goudfazanten” hebben wegens hun met goud bestikte uniformen).

Bevrijde gevangenen van het concentratiekamp Dachau plunderen voedsel in München (USHMM)..

Niet alleen bevrijde gevangenen maar ook burgers begonnen in München op grote schaal te plunderen en haalden opslagplaatsen leeg.
Maar de SS-Gestapo sloeg nog hard terug en de opstand werd snel en bloedig onderdrukt. Enkele tientallen verzetsmensen zijn zelfs tot in de laatste uren voor de bevrijding doodgeschoten of opgehangen.
In een naburig dorp zijn een pastoor en een onderwijzer door de SS gedood omdat ze, na het horen van de oproep op de radio, de hakenkruisvlag vervangen hadden door de wit-blauwe Beierse vlag.

Links: kapitein Rupprecht Gerngross, de leider van de mislukte opstand. Hij wist te ontsnappen. Rechts Josef Grimm, de dorpspastoor die werd gedood omdat hij de nazivlag had weggehaald.
Bevrijding van het vrouwenkamp Ravensbrück
Ten noorden van Berlijn heeft het Rode Leger het concentratiekamp Ravensbrück bevrijd.
Ravensbrück is het belangrijkste kamp dat speciaal voor vrouwen werd opgericht, zij het dat er de laatste jaren ook mannen zaten, vooral in de buitenkampen. Het bewakingspersoneel bestond ook overwegend uit vrouwen.

De meeste opgesloten vrouwen en mannen zijn politieke gevangenen uit alle delen van bezet Europa. Joodse gevangenen zijn er niet meer: de laatsten zijn al jaren geleden uitgemoord.
Wel waren er veel Duitse vrouwen die beschuldigd werden van “rassenschande” (seksuele omgang met Joden of lieden van andere “minderwaardige” volkeren) of ander “asociaal” gedrag.
Het nabijgelegen nevenkamp Uckermark herbergde exclusief meisjes en jonge vrouwen (sommigen waren gearresteerd als “koppig” of “onverbeterbaar” op school of in de nazi-jeugdbeweging). Het kamp had een “opvoedende” taak, maar de omstandigheden waren er nauwelijks beter dan elders.

Poolse vrouwen in Ravensbrück in gesprek met een arts van het Rode Leger.
n de zes jaar dat het kamp bestond, telde het meer dan 150.000 gevangenen, waarvan wellicht 30.000 (mogelijk veel meer) het niet hebben overleefd. Als het aantal gevangenen te groot werd, kon een deel worden “opgeruimd” in een gaskamer. Baby’s werden dan met hun moeder omgebracht.
Toen Sovjetmilitairen het kamp betraden, troffen ze alleen zieke en uitgeputte gevangenen aan: een paar duizend vrouwen en een driehonderdtal mannen.
Ook hier zijn de meeste gevangenen met een “dodenmars” weggevoerd. De kolonnes met de bijna 25.000 weggevoerden zijn echter niet ver geraakt. Sovjetverkenners hebben ze al kunnen opsporen. Enkele honderden gelukkigen hebben de voorbije weken al het kamp kunnen verlaten en zijn naar Zweden of Zwitserland gebracht, dankzij een tussenkomst van het Zweedse en het Internationale Rode Kruis.

Dezelfde dag bevrijden de Amerikanen niet ver van München het concentratiekamp Allach, een bijkamp van Dachau. Een GI deelt sigaretten uit aan de bevrijde gevangenen (NARA).