Battlefield Tour Operatie Amherst

1 april 2023

Franse Para's in Drenthe

Op 1 april 2023 namen we deel aan een battlefield tour waarbij we in onze eigen provincie bleven. Het ging namelijk om de Franse parachutisten van de SAS (Special Air Services) die in de nacht van 7 op 8 april 1945, met het Canadese leger in aantocht, sprongen boven Drenthe in 42 sticks. Tijdens operatie Amherst bestond elke stick uit 15 man (twee officieren, twee onderofficieren en elf korporaals en soldaten). De parachutisten sprongen in het gebied rond Meppel, Hoogeveen, Spier, Assen, Zuidlaren en Appelscha.. Het waren er in totaal 702 man. Daarnaast werden er 219 containers gedropt. Doel was de vijand te dwarsbomen, het opblazen van bruggen te verhinderen, contact te zoeken met verzetsgroepen en de weg vrij te maken voor een snelle opmars van het Canadese leger. Die was reeds genaderd tot Coevorden. Ook de Belgen voerden een speciale operatie uit in het noorden van Nederland onder codenaam Larkswood. Dus niet alleen de Canadezen kwamen in actie, maar werden gesteund door de Polen, Belgen en dus de Fransen.

Aflevering 4 van de serie 60 jaar na dato gaat over operatie Amherst.

Het startpunt van deze tour was bij station Hoogeveen. De tour stond onder leiding van kolonel Harold de Jong. Weliswaar is hij commandant van de Koninklijke Militaire school en kazernecommandant van de legerplaats Ermelo, maar hij woont in Assen en heeft naast zijn drukke werkzaamheden ook nog tijd gevonden om zich te verdiepen in de Franse parachutisten die sprongen boven Drenthe. Hij schreef het boek Franse parachutisen in de provincie Drenthe en wist door zijn militaire inzicht een nieuw licht te werpen op de geschiedenis van operatie Amherst. Tijdens onze tour volgen we zijn boek. Hiermee is het een bijzonder interessante tour geworden. Kolonel Harold de Jong heeft met zijn boek tevens de Syriër Azem en 32 andere gesneuvelde Fransen en de gehele operatie minutieus aan de vergetelheid onttrokken. We bezochten de plek waar de Syriër Azem sneuvelde, aan de Koelenweg in het gehucht Huis ter Heide, ten noorden van Assen  De Franse parachutisten kwamen wijd verspreid neer in de provincie Drenthe. Daardoor ontstonden er wijd verspreid gevechten met de Duitse bezetter. Ze zochten hulp bij de burgerbevolking, die daarvoor een zware tol moest betalen. 

Verzetsmensen en S.A.S.-mensen samen op de foto. Helemaal links, met fiets, Jan Bulthuis, één van de overvallers op het Asser Huis van Bewaring op 11 december 1944

Van de meeste acties zijn weinig foro's gemaakt. Uitzondering vormt de strijd in Gasselte. Daarover gaat het boekje 'De boot is omgeslagen''. Daarin staan talloze foto's van de Franse para's en Duitse krijgsgevangenen. Een monumentaal boekje die moeilijk te krijgen is, maar die ik destijds kon bemachtigen. Ook zijn er foto's van Appelscha.

De uitrusting van een Franse parachutist van de SAS die sprong boven Drenthe.

Wijsterseweg Hoogeveen

Uitleg bij het monument voor de gesneuvelde burgers die woonachtig waren aan de Wijsterseweg te Hoogeveen. Zij kwamen om bij een vergeldingsactie van de Duitsers wegens het verlenen van hulp aan de Franse parachutisten.

We lopen naar het monument aan de Wijsterseweg in Hoogeveen.

Op de vroege zondagochtend verzamelden de mannen van de stick onder leiding van luitenand Nicol zich bij de boerderij van Jan Vos aan de Wijsterseweg. De parachutisten gingen in het Spaarbankbos in bivak en zochten van daaruit contact met de lokale bevolking. Die waren blij met deze voorbode van de bevrijding. Er sloten zich verschillende verzetsstrijders aan bij de Fransen. De Duitsers werden aangevallen, ondermeer een vrachtwagen werd beschoten. Acht Duitse militairen werden gevangen genomen en vastgehouden in het huis van de familie Vos. Een onbekende vrouw werd door de Franse para's vastgehouden, maar vervolgens vrijgelaten waarna zij melding deed bij de Landwacht die vervolgens de Duitse commandant informeerde. De Duitsers vielen de Fransen aan en die trokken zich terug richting Coevorden en Dalen, naar de geallieerde hoofdmacht. De Duitsers reageerden vervolgens hun teleurstelling af op de burgers. De eerder genoemde vrouw Jansje Kok, die leerling-verpleegster was bij de Duitsers, hielp de Duitse commandant met het selecteren van de gevangen mannen. De vrouwen en kinderen waren al vrijgelaten. Vijftien mannen werden afgevoerd richting kamp Westerbork.  Eén man, Hajo Wubs, probeerde te vluchten maar werd doodgeschoten. Op 10 april 1945 liepen de overgebleven mannen naar Spier onder zware bewaking. Daar werd de groep van de Wijsterseweg doodgeschoten. Het op het oorlogsgedenkteken in Spier genoemde aantal van 21 slaat overigens op de hele groep van de Wijsterseweg. Op de Wijsterseweg zelf en onderweg naar het noorden werd een aantal van hen reeds vermoord.

Monument Jean Salomon Simon en Claudius Campan in Spier

In spier bezochten we eerst het monument voor sergeant Jean Simons. De Franse parachutisten hadden het kruispunt in Spier bezet. De Duitsers beseften dat het verlaten van Spier een tactische fout was geweest. Ze besloten terug te keren naar het dorp. Daar hadden de Fransen een verdediging ingericht, deels gebruikmakend van bestaande opstellingen en deels in een zelf gegraven mangat. De Franse parachutisten waren echter in de minderheid. Bij de zoektocht naar een veilige plek trof radoman Le Noury de zwaargewonde Jean Simon aan in één van de onderkomens die leken op bunkers. Simon was geraakt aan zijn hoofd. Hij stierf op 11 april 1945 bij de gevechten in Spier.  Claudus Campman, die in gevecht was met de Duitsers met zijn Bren mitrailleur, had al enkele aanvallen afgeslagen. Claudus Campan werd gedood door een Duitser tijdens het gevecht. De parachutisten leverden een hevig gevecht met de Duitsers totdat ze ontzet werden door een voorhoede van het 8e Canadian Reconnaissance Regiment van het 2e Canadese leerkorps. Zijn naam werd in 2010 toegevoegd aan het monument omdat hij ook in Spier was gesneuveld.

De Franse parachutisten hadden het kruispunt in Spier bezet.

Hetzelfde kruispunt nu.

 

Oorlogsgedenkteken in Spier

Onze groep verlaat de bus bij het oorlogsgedenkteken in Spier. Het oorlogsgedenkteken bevat de namen van de omgebrachte bewoners van de Wijsterseweg in Hoogeveen. Onderweg van Hoogeveen naar het noorden werden er al een aantal doodgeschoten door de zich terugtrekkende Duitsers en in Spier werd de rest van de groep mannen doodgeschoten, 14 in totaal. Met die van de onderweg doodgeschoten burgers, kwam het totaal op 21 doden, zoals vermeld op het kruis.

Onze gids Harold de Jong geeft uitleg over het vreselijke gebeuren bij Spier dat leidde tot het totale aantal van 21 doden.

 

Oorlogsmonument Westerbork

Eén van de eerste contacten die majoor Puech-Samson na zijn landing met de Nederlanders krijgt is de heer van Lohuizen, directeur van het aardmagnetisch station van de KNMI. Lohuizen blijkt een prima verbindingsman te zijn omdat hij vloeiend Frans spreekt. Van kapiteit Betbéze verneemt Puech-Samson dat zich in Westerbork een Duitse generaal bevindt. Op verzoek van de majoor neemt Lohuizen contact op met dokter Boezeman in Westerbork. Deze woonde vlak bij het café Slomp. Hij bevestigt dat er een Duitse generaal in Westerbork is. De generaal is generaal Böttger, commandant van Feldcommandantur 674. Deze eenheid zetelde in Groningen. Begin april kreeg hij beval het zuidelijk deel van Drenthe tege de oprukkende Canadezen te verdedigen. Hij vestigde zijn hoofdkwartier in café annex bakkerij Slomp in Westerbork. Puech-Samson vraagt om meer informatie. Boezeman stuurt de opperwachtmeester van de Marechaussee Derk Jan Stoel. Hij woont naast het café en is goed bekend met de situatie. Terug in Westerbork ziet Stoel in zijn woning de Nederlandse commando-sergeant Wim van der Veer. Deze was al eerder bij Stoel ondergedoken. Tijdens de landingen bevond hij zich in Appelscha, maar hij fietste zo snel mogelijk naar Westerbork. Samen gingen ze naar de Fransen om deze te gidsen. Omdat Stoel in zijn uniform te bekend was, bleef hij daar achter. Drie groepen parachutisten gingen op weg naar Westerbork om het hoofdkwartier aan te vallen. Onderweg namen ze een landwachter gevangen die ze meenamen, wetende dat ze die moesten ombrengen als het verkeerd ging. Eén groep moest de weg naar Beilen afsluiten om eventuele Duiste versterkingen tegen te hoden. Een andere groep moest de telefooncentrale uitschakelen. Opmerkelijk vond onze gids het dat de telefooncentrales in Nederland tot het laatst toe in bedrijf bleven. Een derde groep van 20 mannen zou onder het bevel van kapiteit Betbèze het hoofdkwartier aanvallen.

In 2001 had ik de eer Willem van der Veer te ontmoeten in het toen nog bestaande oorlogsmuseum aan de Kloosterstraat 9 te Assen. Hij signeerde een paar boeken die hij had geschreven en die zich bevinden in mijn boekencollectie.

In mijn boeken die Willem van der Veer heeft geschreven, kreeg ik zijn handtekening, waar ik heel erg blij mee ben.

Deze twee boeken, geschreven door Willem van der Veer, bevinden zich in mijn boekencollectie. Die heeft hij voorzien van zijn groet en handtekening. Mooie herinnering aan deze grote verzetsman.

Opperwachtmeester Stoel, zijn vrouw en commando-sergeant Willem van der Veer.

Het pand is heden ten dage nog heel goed te vergelijken met 78 jaar geleden. Hier staan we bij voormalig café Slomp. Ook nu is er nog een horecagelegenheid in gevestigd. De kogelgaten zijn nog zichtbaar in de gevel.

 

Op ruim 200 meter van het café hield kapitein Betbèze halt en ging met Van der Veer op verkenning richting café. De Duitsers hadden nog niets in de gaten. Plots verscheen een Duitser op de fiets die onmiddellijk alarm sloeg. De Fransen bestormden schietend het café. De Duitsers vohten fel terug. Ook een tweede greop para's die vanaf het kruispunt Beilerstraat-Westeinde-Zwiggelterstraat kwam namen het café onder vuur. Verschillende Duitsers sneuvelden. Het café lag onder zwaar vuur met geweren en handgranaten. Generaal Böttger probeerde het gebow te verlaten. Hij werd getroffen en bleef zwaar gewond liggen. Aanvankelijk dacht men dat hij gesneuveld was, maar later bleek hij de oorlog overleefd te hebben. Omdat de Duitse overmacht te groot was, braken de Fransen na ongeveer anderhalf uur het gevecht af. Ze hadden nauwelijks munitie meer. Bij de aanval sneuvelden twee Fransen. De overlevenden trokken zich terug in de bossen bij Witteveen. Eén van hen bleef achter een hooiberg bij het café liggen. Uiteindelijk seneuvelde hij tijdens het gevecht met de Duitsers. De beide sticks die de aanval op Westerbork hadden uitgevoerd, zouden tot het einde van de veldtocht in Nederland nog helemaal tot Groningen en Delfzijl oorrijden tijdens de 'Jeepacties. Twee dagen later, op 10 april 1945, trokken de eerste Poolse tanks Westerbork binnen. Westerbork was bevrijd.

Op 7 april 2023 werd een bij het oorlogsmonument in Westerbork een plaquette onthuld met de namen van de drie gesneuvelde Franse parachutisten tijdens de gevechten in Westerbork.

De plaquette werd onthuld door twee oomzeggers van de gesneuvelde Franse parachutisten.

Orvelte

Het veroveren van bruggen en het voorkomen dat deze de lucht ingaan, vormt een belangrijk onderdeel van de operatie Amherst. Van de aanval op de Orvelterbrug getuigt een plaquette, die is aangebracht op de achtergevel van één der gebouwen van de vroegere vlasfabriek van Orvelte aan het Oranjekanaal. Het roept in herinnering de dood van de korporaal 1e klas Antoine Treis. Bij het forceren van een doorgang bij de vlasfabriek wordt hij getroffen door kogels, afgevuurd vanuit één van de nabij gelegen boerderije

Jaap jansen, vertaler van het boek 'Operatie Amherst', geschreven door Roger Flamand, spreekt met de eigenaar van de vlasfabriek.

Deze foto van de sluis bij Orvelte maakte ik op 1 april 2023, 78 jaar na het maken van bovenstaande foto met de SAS jeep.

Franse parachutisten met hun jeeps bij de boerderij van Pol.

Een SAS jeep rijdt over de sluis bij Orvelte.

De mannen van luitenant Cameret die neergeladen waren bij de vlasfabriek gingen naar een boerderij aan het Oranjekanaal. Hier woonden Hendrikus Pol en zijn vrouw Annigje, die in het verzet zaten. De parachutisten verbleven in de boerderij om te eten. Later die nacht betraden een groep van 50 Duitsers de boerderij van Enting, ongeveer vijf kilometer verwijderd van de vlasfabriek. Na het huis zorgvuldig opgeruimd te hebben gingen de Fransen in de schuur van Pol's boerderij slapen. Twee Duitse soldaten die later op die dag om koffie kwamen merkten de aanwezigheid van de Franse parachutisten helemaal niet op. De volgende dag besloot luitenant Camaret om zowel de brug als de sluis bij de vlasfabriek te bezetten. De bewaking van de brug bestond uit acht Duitsers die gewapend waren met geweren en Panzerfausten. Zij werden overmeesterd. Twee Duitsers werden gedood en de anderen krijgsgevangen gemaakt. Toen de Duitsers vanuit Enting's boerderij op de groep schoten, besloot luitenant Camaret om terug te trekken in het bost voordat de Duitsers versterking kregen. Toen maakten ze contact met de heer Reijntjes, de directeur van de vlasfabriek. In de volgende dagen regelde hij de verzorging van de parachutisten samen met zijn vrouw.

 

Gasselte

Monument Fernand Beque Gasselte. Op de achtergrond de pastorie waarin de NSKK zich had gevestigd, die werd aangevallen door de Franse parachutisten.

 

Begin oktober 1944 had de National Sozialistisches Kraftfahr Corps (NSKK) het hoofdkwartier in Gasselte. Dit korps was samengesteld uit Nederlandse vrijwilligers en chauffeurs die nodig waren voor de Duitse wehrmacht. Alleen de commandant, Obersturmführer Klaus, was een Duitser. Het hoofdkwartier was gelegen in de pastorie. Voor de staf waren kamers in huizen van de bewoners gevorderd. De verhouding tussen de NSKK en de inwoners van Gasselte was gespannen. De autoritaire houding van de NSKK maakte hen vijanden van de gemeenschap.

In de nacht van 7 april 1945 werden ongeveer 60 man van de stick van kapitein Paul de Gramond, luitenant Jean Appriou, luitenant Michel Legrand en de 2e luitenant Henri Stephan neergelaten boven Gasselte. De meeste landingen waren niet ver van hun geplande landingsgebied in de bossen ten westen van Gasselte.

Vroeg in de morgen klopten enkele parachutisten op de deur van het huis bij het bos tegenover het huis 'Hemelrijk'. De eigenaar van het huis R. Pronk is lid van het verzet vanaf het eerste uur. Tegen het ochtendgloren vond hij een andere groep parachutisten. Intussen was ook de verzetsbeweging geïnformeerd over de landingen. Franse inlichtingen maakten duidelijk dat enkele mannen nog vermist werden. De hele zondag zochten leden van het verzet naar hen. Anderen verzamelden containers met munitie, wapens en levensmiddelen. De parachutisten vielen Duitse colonnes aan.

Inmiddels waren de Duitsers en de leden van het NSKK gealarmeerd over de luchtlandingen. Ervan uitgaande dat er duizenden parachutisten landden durfden ze de bossen niet in te gaan.  gaan in de bossen. Mensen uit Gasselte die contact hadden opgenomen met de Fransen werden op weg naar huis aangehouden door de Duitse wachtposten. Ze werden naar de pastorie gebracht voor ondervraging, maar later weer naar huis gestuurd. Alleen Radio Oranje zond vanuit Engeland op zondag een code boodschap: "De boot is omgeslagen." Dit betekende dat de verzetsbeweging in actie moest worden om informatie te verzamelen voor de gelande parachutisten.
De parachutisten in Gasselte werden verdeeld in twee commandoposten. De eerste bevond zich in sectie 46, ongeveer 1/2 km van het huis van Pronk, de andere commandopost bevond zich in sectie 36, achter in het bos. De parachutisten in Gasselte waren verdeeld in twee groepen met een commandopost.  De eerste was bij het huis van Pronk, de andere verbleef in het bos. 
Voor de verbinding werd gebruik gemaakt van  radio-zend/ontvangers, de zogenaamde Jedburgh sets.
De informatie dat het verzet aan de Fransen doorgaf bevatte de mededeling dat de NSKK zich in Gasselte bevond. De parachutisten besloten om een aanval uit te voeren op de pastorie in Gasselte om de staf uit te schakelen.

Het aanvalsplan was als volgt

  1.  Albert Bacuez zal de weg naar het dorp onder vuur houden met een brengun.
  2. De stick van luitenant Jean Appriou zal optrekken langs de noordkant tot de pastorie naar de vijand en dan afbuigen naar het oosten.
  3. De stick van luitenant Michel Legran zal optrekken langs de zuidkant van de weg, de vijand aanvallen en het huis schoonvegen.
  4. De stick van kapitein Paul de Gramond maakt een beweging naar het noorden om de terugkeer van de vijand of de aanvoer van voorraden en versterkingen af te snijden.
  5. Sergeant Louis Le Goff zou een rondtrekkende beweging moeten maken met enkele mannen naar het zuiden en de hoofdstraat in Gasselte afsluiten.

De aanval zou beginnen aan het begin van de middag aangezien verwacht werd dat de bewaking niet zo alert zou zijn na de maaltijd. Als herkenningsteken droegen de parachutisten een gele sjaal.

De mannen die de aanval uit zouden voeren gingen naar het huis van Pronk waar zij op zouden rukken naar Gasselte, vergezeld door gidsen van het verzet uit Gasselte en Kostvlies. Gasselte werd zonder problemen bereikt. Er werd een omsingelingsaktie uitgevoerd. Appriou trok zijn mannen terug naar de pastorie en opende het vuur. Hoewel de NSKK'ers compleet verrast werden, herstelden zij zich snel. Vanuit de ramen werd zwaar vuur uitgebracht op de parachutisten. Met name vanaf de achterzijde werd zwaar vuur afgegeven door het machinegeweer die werd bemand door NSKK'er A. v.d. Hoek. De Fransen waren in het nadeel omdat ze te dicht bij de ramen zaten, wat bewegen vrijwel onmogelijk maakte. Bovendien zat de vijand achter de bomen in de tuin, wat goed vuren erg moeilijk maakte.

Corporal Wgue werd dodelijk getroffen en sergeant Briand raakte gewond. Intussen ging Legrand ook over tot de aanval aan de voorkant van het gebouw, zodat de vijand nu van twee kanten werd aangevallen. Om de gevechten te beëindigen wilden de Fransen een frontale aanval uitvoeren en gooiden handgranaten door de ramen. Maar zover kwam het niet. De machinegeweer-schutter v.d. Hoek werd getroffen en de overige NSKK'ers gingen op de vlucht voor het hevig vuur van de parachutisten. De meeste mannen werden echter gevangen genomen door de mannen an Legrand. Verschillende NSKK'ers die niet in de pastorie waren gedurende de aanval gebruikten de vuurpauze om te ontsnappen. De meeste werden opgespoord door de Fransen die twee van hen dood schoten.

Nadat de Fransen met hun gevangenen waren verdwenen, heerste er een vreemde rust in het dorp. Gasselte was niemandsland. Sommige mensen plunderden de pastorie. De leden van de NSKK vluchtten naar de Duitsers in Borger en Gieten om hulp te vragen. Twee NSKK'ers hielden zich verborgen in een kelder van waaruit ze de plunderingen gade sloegen. Vanuit Border kwam een sectie van de Luftwaffe onder bevel van Hauptmann Willk naar Gasselte. Zij begonnen iedereen te verzamelen, mannen en vrouwen, die in de straat waren en dreven hen naar het schoolplein. Toen die vol was dreven ze de mensen in de kerk. De vrouwen werden achtergelaten. Om half vier in de middag werden de vrouwen vrijgelaten maar alle mannen van het dorp moesten zich melden in de kerk. In totaal meer dan 300 mannen werden opgesloten in de kerk. De Duitsers dreigden vervolgens de kerk op te blazen. Na bemiddeling van notabene de NSB burgemeester J.E. Toen lieten de Duitsers de mannen gaan behalve die zich vrijwillig gemeld hadden vanwege hun deelname aan het plunderen. Sommigen werden echter geïdentificeerd door leden van de NSKK. De gevangenen moesten naar Gieten lopen waar ze werden opgesloten in een koelwagen. Vanuit daar werden ze overgebracht naar de gevangenis in Assen op 11 april. Helaas mislukte een Franse poging deze mensen te bevrijden aangezien de trein waarin ze werden getransporteerd, reeds vertrokken was. Op 13 april werden de mannen van Gasselte bevrijd door de Canadezen.

In dit kleine kerkje van Gasselte dreigde zich 78 jaar geleden een drama af te spelen, vergelijkbaar met Ouradur-sur-Glane, aldus onze gids. Uiteindelijk is het gelukkig goed afgelopen, al moesten de mannen wel eerst bevrijd worden uit het huis van bewaring in Assen door de Canadezen op 13 april 1945.

 

Koelenweg, Huis ter Heide (ten noorden van Assen)

Een hevig vuurgevecht aan de Koelenweg bij Assen kost zes para's het leven. Een plaquette met kruis herinnert aan de gebeurtenissen van 10 april. De parachutisten brengen een nacht door in de boerenschuur van boer Mulder, omdat de omgeving onveilig wordt gemaakt door Duitsers en Landwachters. Toch raken ze op de ochtend van dinsdag 10 april in gevecht met Landwachters. Tijdens het vuurgevecht van een uur wordt het rieten dak van de schuur in brand geschoten en dat stort in. Drie para’s komen in de vlammen om. Drie anderen worden dodelijk getroffen. Onder de slachtoffers is parachutist Asem (Azem) Ibrahim, een Frans soldaat 1e klasse uit Syrië. De namen van de anderen zijn Pierre Valayer, Marcel Leveque, Pierre Bevalot, Robert Spina en Jean Munch. Zij staan vermeld op een gedenkplaat tegen een schuur in Zijerveld, Assen. De Syrische parachutist soldaat Asem Ibrahim wordt bezongen in een lied van Frank Westenbrink.

Appelscha

Tenslotte komen we aan in Appelscha bij de Stokersverlaatbrug.  Daar staat een in 2015 onthuld monument. 

In een veld van boer Mindert de Boer aan de vaart bij Haulerwijk, aan de huidige Koumansbrug en Slinke, komen acht Franse parachutisten neer. Ze hebben opdracht de bij Appelscha te bezetten. Maar ze zijn op de verkeerde plaats gedropt. Ook komen zo’n 60 man bij Haulerwijk en Appelscha terecht. Op hetzelfde moment dat de para’s in het bos neerkomen, oefenen iets verderop acht leden van de Knokploeg Noord-Drenthe. De mannen hebben in de bossen tussen Appelscha en Smilde een hol, dat ze 'Prins Bernhard Kazerne' noemen en waar ze al sinds eind februari gebruik van maken. Ze staan onder leiding van Wim van der Veer, een commando die in oktober 1944 bij Veenhuizen is gedropt om het Friese verzet te helpen. Als hij de groep para’s ontdekt, ziet hij hen aanvankelijk aan voor Duitse soldaten, maar ziet net op tijd de rode baretten. De verzetsmensen helpen daarna de Fransen als gidsen. De Fransen bij Haulerwijk komen terecht bij een boer waar ook Duitsers zijn. De Duitsers worden gevangen genomen en even later geëxecuteerd.

Zondagsmiddags raken Franse militairen bij Haulerwijk zijn geland slaags met Duitse soldaten langs de Haulerwijkervaart. Daarbij sneuvelt de 21-jarige parachutist Henri Pintaud. Hij wordt begraven in Haulerwijk, waar later een monument voor hem zal worden opgericht. Enkele van zijn maten ontkomen en verschuilen zich in het Blauwe Bos bij Haule. Vier anderen raken gewond en worden gevangen genomen. De gevangenen worden op een boerenwagen naar Haulerwijk gereden waar dokter Beumer hen verbindt en verzorgt.  Op 10 april wordt de brug Stokersverlaat bij Appelscha door verzetsmensen en Fransen bezet. De Drentse verzetsman Jan Eleveld wordt bij Appelscha door een Landwachter doodgeschoten, een tweede BS’er is zwaar gewond. De Fransen bij de brug trekken zich terug om de brug op 12 april weer te bezetten, zodat de Canadezen er op 13 april probleemloos passeren. (De Fransen schieten in het donker ook nog een man uit Ureterp dood.) De Veenhoopsbrug in Smilde moet zelfs driemaal veroverd worden.

Helaas is de originele Stokersverlaatbrug, waarop nog de kogelinslagen te zien waren die herinnerden aan de hevige strijd die hier gevoerd was, vervangen door een moderne brug. Daarom ben ik blij dat ik in 2015 deze brug nog op de foto heb gezet. De Stokersverlaatbrug over de Opsterlandse Compagnonsvaart in Appelscha werd door de Franse parachutisten bezet.

Op het dak van meelfabriek Mulder bij de brug in Appelscha hadden de Franse parachutisten een stelling

Rechts: Franse parachutisten bij de Stokersverlaatbrug Appelscha.

Franse parachutisten hebben Appelscha bevrijd.

Het kastje met kogelgat dat in het café bij de Stokersverlaatbrug stond, is er helaas niet meer. Was voor de nieuwe eigenaar blijkbaar niet interessant genoeg. Volgens onze gids is het kastje naar de historische vereniging van Appelscha gegaan.

Franse militairen met Nederlanders op het kruispunt bij de brug over de Reest.

Herdenkingen Franse parachutisten

In navolging van deze battlefield tour bezocht ik twee herdenkingen uit een reeks die in de week van 1 tot en met 7 april 2023 waren georganiseerd door de Stichting Herdenking Franse Parachutisten 1945. De herdenkingen werden geleid door kolonel Harold de Jong, die het boek 'Franse Para's in Drenthe' geschreven heeft. De reeks herdenkingen hield in dat bij ieder monument voor een gesneuvelde Franse parachutist een korte plechtigheid werd gehouden en bloemen gelegd. Ik was bij de herdenking bij het monument ter nagedachtenis aan Robert Heckmann aan de Verlengde Grensweg in Gieten en in Westerbork waar door twee nabestaanden van de gesneuvelde Franse parachutisten een plaquette werd onthuld met de drie namen van de omgekomen parachutisten tijdens de bevrijding van Westerbork.

De plechtigheid bij de gedenksteen voor Robert Heckmann.

Na het spelen van de Last Post werd een minuut stilte in acht genomen, gevolgd door het reveille dat wil zeggen: het leven gaat door.

De onthulling van de plaquette met de namen van de drie omgekomen Franse parachutisten tijdens de bevrijding van Westerbork:

Robert Bonjean

Jean Cognet

René Marché

Gesneuveld op 8 april 1945.

Meer over operatie Amherst op drentheindeoorlog.nl

Vandaag bij de post de DVD Rogue Warriors ontvangen. The Definitive History of the SAS.

Deze SAS -jeep staat in het Victory Museum in Grootegast. Let even niet op de figuren die er in zitten. Die passen er helaas niet bij, maar verder is het bet interessant om te zien hoe zo'n jeep met uitrusting er uit zag. Deze is gespoten in de woestijnkleur, want de SAS was actief in Noord-Afrika tijdens de woestijnoorlog tegen het Afrikakorps van de Duitse generaal Erwin Rommel.