Op zaterdag 2 november 2019 deelgenomen aan een battlefieldtour georganiseerd door Platform Militaire Historie Ede met als thema: Operatie Pegasus 2.

Dit platform houdt zich bezig met de roemrijke militaire historie van Ede, waaronder de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, waarbij het verzet van Ede een belangrijke rol heeft gespeeld tijdens de oorlog. Zij slaagde er in de bemanning van neergestorte geallieerde vliegtuigen uit handen van de Duitse bezetter te houden en via een zogenaamde pilotenlijn te laten ontsnappen naar Engeland. Na de terugtrekking van de Britse en Poolse militairen uit de perimeter van Oosterbeek tijdens operatie Berlin in de nacht van 25 op 26 september 1944 bleven talrijke Britse militairen achter en zwierven over de Veluwe. Ze verborgen zich in schuren en holen of vonden onderdak op boerderijen en in woonhuizen, met alle risico's van dien.

De battlefieldtour Pegasus 2 begint met een inleiding en Powerpointpresentatie in De Smederij. Platform Militaire Historie Ede is gehuisvest in gebouw 27 op de voormalige Arthur Koolkazerne. Het monumentale gebouw uit 1908 kent een fraaie, militaire geschiedenis en is gelegen naast de paardenstallen en bijhorende magazijnen. 'De Smederij' bevatte een werkplaats voor de zwaardveger en twee werkplaatsen voor de hoefsmeden (smidse), met een beslagloods voor de beide eskadrons Huzaren die in de cavaleriekazerne waren gehuisvest.

Een voorbeeld van het verborgen houden van Britse militairen door het verzet in Ede is generaal Hacket die ondergedoken zat bij de zusters De Nooy in Ede. In 1944 heeft Hackett het commando van 4de Britse parachutistenbrigade tijdens Operation Market Garden. Hij wordt op 18 september 1944 warm ontvangen als hij, met zijn 4e Britse parachutistenbrigade, landt op de Ginkelse hei. Aan het eind van de Slag om Arnhem raakt hij zwaar gewond aan zijn maag. Een operatie redt zijn leven. Door Piet Kruyff, wordt Hackett tien dagen later uit het ziekenhuis 'ontvoerd'. Hij krijgt onderdak in Ede, in de Torenstraat 5, bij vier oudere 'tantes' De Nooij: de ongetrouwde zusters Mien, Anna en Cor en de weduwe Rie Snoek-de Nooij.

 Hij zal er ruim vier maanden blijven tot hij in staat is op de fiets de weg naar de Britse linies te vinden. Met een persoonsbewijs van 'meneer van Dalen' op zak en het 'SH'-speldje voor doven en slechthorenden op zijn revers, maakte Hackett, aan de arm van een van de zusters, elke avond steeds langere wandelingen om zijn conditie te verbeteren. Op 30 januari 1945 fietst hij door de sneeuw naar Sliedrecht, een tocht van zo'n 85 kilometer.

Na afloop van de mislukte operatie Market Garden werd het rondzwerven van grote groepen Britten over de Veluwe steeds meer een probleem. Zowel voor hen die onderdak verschaften als de Britten zelf. Uiteindelijk vond operatie Pegasus plaats. Major Airey Neave was tijdens de Tweede Wereldoorlog hoofd van de Britse Inlichtingendienst. In die functie was hij belast met het bieden van ontsnappingsmogelijkheden voor geallieerde militairen uit bezet gebied in West-Europa en daarom was hij mede verantwoordelijk voor de operaties Pegasus 1 en Pegasus 2.. Operatie Pegasus 1 in de nacht van 22 op 23 oktober 1944 was een succes, waarbij meer dan 100 mensen geëvacueerd werden. In de nacht van 22-23 oktober kreeg Easy Company van het 506th Parachute Infantry Regiment, Amerikaanse 101e Luchtlandingsdivisie de opdracht de evacuatie te beveiligen door een sterke patrouille naar de noordkant van de rivier te sturen. Onder de ontsnapte militairen van Pegasus 1 bevonden zich onder andere brigadegeneraal Gerald Lathbury en luitenant ter zee Charles Douw van der Krap.

Vanwege het succes van Pegasus 1 werd besloten tot een tweede ontsnappingsoperatie waarbij het verzamelpunt bij Lunteren was en de oversteek zou worden gedaan over de Rijn bij Heteren. Ook bij deze ontsnappingspoging was het plaatselijke verzet nauw betrokken. Op 16 november worden de airbornes verzameld in een kippenschuur in Lunteren. De eerste nacht verplaatst de groep van zo’n 90 personen zich naar het Wekeromse Zand, waar zij de volgende dag doorbrengen.De tweede nacht gaat de groep, via ontmoetingspunt boerderij Westerode, richting de Rijn. Daar lukt het niet om alle andere groepen te laten aansluiten. Hierdoor komt men achter te lopen op het geplande tijdschema. Ze trekken verder via het Mosselse Veld richting Planken Wambuis. Rond tien uur op die zaterdagavond besluit de Britse commandant majoor Maguire om een kortere route te nemen. Dit tegen het advies in van het Edese verzet. Bij het afslaan van de geplande route verliest hij al een deel van zijn achterhoede. Vlakbij de Hindekamp belandt de groep van nog ruim 80 man midden tussen de Duitse artillerie opstellingen. Na een Duits ‘halt’ verspreidt een gedeelte van de groep zich in de struiken. Bij het verder gaan blijft de helft onwetend achter. Bij de Heidebloemlaan blijkt nog slecht 40 man aanwezig te zijn. De commandant gaat met twee gidsen terug om de rest op te halen. Wanneer de achterblijvers weer op pad gaan, worden ze opnieuw gestopt door de Duitsers. De leider van de achterblijvers, majoor Coke, antwoordt niet en de Duitsers reageren met schoten uit hun machinepistolen. Er vallen gewonden en er worden Britse soldaten, geallieerden en airbornes krijgsgevangenen gemaakt. Majoor Coke verdwaalt bij het wegkomen en arriveert ‘s nachts bij de boerderij van Schriek. Hier is een stafkwartier van een Duitse artilleriebatterij gevestigd. De wachtpost ontdekt hem en opent het vuur. Coke overlijdt aan zijn verwondingen.

De Britse commendant majoor Maguire en zijn groep van geallieerde militairen horen dit vuurgevecht achter hen als ze op weg zijn naar de Rijksweg. Bij het oversteken daarvan volgt vijandelijk mitrailleurvuur van alle kanten. Er wordt amper teruggevochten, want het ontbreekt aan vuurkracht. Van de voorhoede zijn uiteindelijk nog 17 man bijeen, waaronder Maguire en twee Nederlandse gidsen.

Ze passeren de in aanleg zijnde Rijksweg en stoppen langs de spoorbaan. Daar worden ze in de vroege ochtend van 18 november gevangen genomen. Slechts kleine groepjes weten uiteindelijk de Rijn te bereiken. Van de 116 airbornes die begonnen aan deze tocht bereiken maar zeven personen het bevrijde gebied.

Tijdens deze tour volgen we het spoor van deze mannen, die uiteenvielen in kleine groepen. Ze liepen als het ware in de armen van de Duitsers die geschut hadden opgesteld op het Wekeromse Zand om de Betuwe waar de Amerikanen zaten te beschieten. De Britse Major Coke wist te vluchten maar werd even verderop bij een huis waarin zich een Duitse legerpost bevond, doodgeschoten. Hij ligt begraven op de Airborne Begraafplaats in Oosterbeek.

In deze woning bevonden zich Duitsers die het geschut op het Wekeromse Zand bedienden. Daar liep Major Coke heen tijdens zijn vlucht, wellicht in de hoop daar hulp te kunnen vragen. Hij werd echter door een Duitse soldaat doodgeschoten.

De verzetsstrijder Abraham du Bois was volop betrokken bij de organisatie van een tweede ontsnapping van achtergebleven parachutisten. Dat deed hij onder andere samen met Dick Kragt en Joop Piller. De voorbereiding verliep tamelijk chaotisch. Ook met de veiligheid werd onzorgvuldig omgegaan, waardoor veel buitenstaanders weet kregen van de actie. Dit leidde er toe dat een grote groep Nederlanders zich aansloot, waardoor de groep eigenlijk te groot werd. Vanuit Londen kwam bovendien het bericht dat Du Bois was ontheven van zijn leiderschapstaak met betrekking tot de crossing. Hij werd zeer tegen zijn zin vervangen door de Britse majoor Hughes Maguire.

Ontsnappingsroute Pegasus 1 en 2.

Operatie Pegasus II vond plaats in de nacht van 16 op 17 november. Mede als gevolg van de grote van de groep liepen zij al snel achter op schema. Tijdens de operatie hield Abraham Du Bois zich op bij de boerderij Westerode. De colonne onder leiding van Maguire passeerde daar, maar had toen al een ruime achterstand op het schema. Rond half elf werden de aanwezigen op de boerderij opgeschrikt door mitrailleurvuur en lichtkogels in de richting waar de groep zich moest bevinden. Op aandrang van Maguire werd een stuk van de route afgesneden, maar daardoor liepen de crossers recht op een Duitse artilleriepost af. Slechts een handvol van de deelnemers slaagde er uiteindelijk in de overkant van de Rijn te halen. De meeste deelnemers vielen in handen van de Duitsers. De geallieerden soldaten raakten in krijgsgevangenschap, maar voor Nederlandse deelnemers van de crossing waren de gevolgen veel erger. Zij werden door de bezetter doorgaans gezien als partizanen. Meerdere Nederlanders moesten hun deelname aan Operatie Pegasus II daarom met de dood bekopen.

Kort daarna arriveerde nog een groep van 24 parachutisten uit de richting van Elburg. Het plan was geweest dat zij zich bij de crossers zouden aansluiten, maar zij hadden onderweg vertraging opgelopen. De parachutisten werden tijdelijk ondergebracht in een bos achter het huis. Du Bois wist de volgende dag Dick Kragt zover te krijgen zich over deze groep te ontfermen. Zelf vluchtte hij direct naar de boerderij van de familie-Folmer aan de Nederwoudseweg in Lunteren, maar keerde regelmatig terug naar de Wester Wetering.

Evenals bij de tour Pegasus 1 op 14 oktober 2017 wordt ook nu weer gebruik gemaakt van de historische legervoertuigen van 't Gilde. We worden ondergedompeld in de sfeer van 1944 terwijl we de route volgden die de dappere mannen ook volgden tijdens hun ontsnappingspoging in november 1944. Opvallend vinden we de lange afstanden die ze te voet aflegden onder zware omstandigheden, terwijl hun lichamelijke conditie verre van optimaal was. De overlevingsdrang was heel sterk om uit handen van de vijand te blijven.

We arriveren bij boerderij Wester Wetering. In de oorlog het centrum van het verzet in Ede. Boerderij Wester Wetering werd samen met nog 300 andere boerderijen in 1940 door het Nederlandse leger in brand gestoken om een vrij schootsveld te verkrijgen. In de oorlog werd de boerderij weer opgebouwd, maar op oudjaarsdag 1944 door de Landwacht opnieuw in brand gestoken, i.v.m. onderduikers en activiteiten van het verzet. We zien hier dus de derde generatie, op een locatie met een rijke militaire historie.

Gedenksteen in de muur van boerderij Wester Wetering dat herinnert aan het afbranden van de boerderij in de meidagen van 1940. De Nederlandse leeuw ontdaan van de symbool van kracht, het schild.

Vanaf halverwege oktober 1944 functioneerde de boerderij van Aart Melis Jochemsen, de Wester Wetering als hoofdkwartier van het Edese verzet. De boerderij beschikte over twee goede schuilplaatsen. Een gierput die was afgedekt met een hooischuur functioneerde als wapenopslag. Ook kon er met wapens worden geoefend. Onder andere Derk Wildeboer, Marten Wiegeraadt en Piet Rombout werkten vanaf de boerderij. Vanaf eind oktober vond ook de geheim agent Abraham du Bois onderdak op de boerderij.

Een maand later vond Operatie Pegasus 2 plaats. Deze actie liep helemaal in het honderd. De meeste deelnemers werden gepakt, verschillende van hen moesten het met de dood bekopen. Een van de deelnemers die werd aangehouden was zuster Den Hartog. Zij vertelde de Duitsers over Abraham du Bois die de actie had geleid en zijn waarschijnlijke verblijfplaats. De Sicherheitsdienst stuurde de V-Män Johnny de Droog naar de boerderij om contact te maken met Du Bois. Zodoende werd deze op 2 december 1944 aangehouden op de boerderij van Jochemsen. Jochemsen zelf had zich verborgen in een geheime schuilplaats. Op het moment van arrestatie was ook de verzetsman Henk Wildenburg aanwezig. Hij liet zich gewoon zien aan de Duitsers en deed alsof hij alleen melk kwam halen. Wildenburg werd toch gearresteerd en bracht de rest van de oorlog in gevangenschap door. Samen met Wildenburg en Du Bois werden nog een knecht en onderduiker aangehouden.

De Droog hield vol dat hij Jochemsen op het erf had zien lopen, maar het Nederlandse detachement SS'ers dat de boerderij doorzocht kon hem nergens vinden. Pas laat in de avond kon Jochemsen zijn schuilplaats verlaten en trok met zijn familie naar Renswoude. De boerderij van Jochemsen werd door de Duitsers gesloopt en op 31 december 1944 werden de restanten in brand gezet. Na de oorlog werd de boerderij voor de derde keer herbouwd. Van de Amerikaanse overheid ontving Jochemsen in 1947 de Medal of Freedom.

Het Wekeromse Zand

Opname gemaakt vanuit de laadbak van de GMC truck. We rijden naar het Wekeromse Zand.

Aankomst bij de toegang tot het Wekeromse Zand.

Het Wekeromse Zand. Een prachtig natuurgebied.

Onze battlefieldtour groep op het Wekeromse Zand. Daar hielden zich reeds Britse militairen verborgen en de groep op weg naar de Rijn moest een lange afstand van 20 kilometer overbruggen en moest zich daarom overdag ook schuil houden op het Wekeromse Zand om de volgende nacht verder te kunnen trekken.

Het Wekeromse Zand - Schuilplaats De Zeven Berken

Het schuilvak in het Wekeromse Zand

Poel bij schuilbivak de Zeven Berken Wekeromse Zand.

In de tweede nacht loopt de groep naar Westerrode, waar een tweede groep zich aansluit. Het geheel bestaat dan uit 116 man.

Op de plek waar destijds boerderij Westerode stond krijgen we thee van het verzet uit emaille theekroes.

We krijgen 'thee van het verzet' op de locatie waar voorheen boerderij Westerode stond. Daar krijgt onze tour een bijzondere dimensie toen deelnemers die familie waren van Jannes Rap begonnen te vertellen wat zij wisten over hem en een familiealbum toonden.

Boerderij Westerode

Bijzondere bijdrage door de familie van Jannes Rap. Getoond werd een familiealbum met unieke documenten en onderscheidingen.

Jannes Rap, een neef van ‘Jas’ Beumer was lid van de ondergrondse. Hij bracht een groep militairen over de Rijn, samen met een tweede gids namelijk jachtopziener van der Born. Later is Jannes Rap opgepakt en naar de Wormshoef in Lunteren gebracht en daar vastgezet. Vanwege zijn ondergrondse verleden werd zijn boerderij ‘De Westenrode’ platgebrand. Tijdens zijn gevangenschap zon hij op een mogelijkheid om te ontsnappen. Hij telde de tijd dat een schildwacht onder het raam passeerde. Er stond een divan voor het raam en wanneer hij naar buiten keek dan zag hij dat het gaas zodanig gespannen was dat er een 20 tot 30 centimeter vrije ruimte overbleef. Hij nam een kussen voor zijn gezicht en sprong pardoes door het raam en rolde meteen onder het gaas door. Er werd nog wel op hem geschoten maar hij werd niet geraakt. Hij rende eerst weg, kwam terug om de honden te misleiden en kwam toen bij een veearts terecht die hem oplapte. Via zijn broer in Utrecht, die bij de politie werkte, werd hij doorgestuurd naar helpers die onderduikers opnamen. Maar na een half jaar was het weer raak. Jannes verborg zich op de boerderij ‘De Westenrode’ in de varkenstrog toen de Hollandse SS zijn huis omsingelde en toen de varkens begonnen te knorren werd hij ontdekt. Ze vonden ook een parachute en toen ze vroegen of hij nog meer te verbergen had zij hij: ‘Ja, verder op in het bos’. Hij kreeg twee soldaten meegestuurd om de plek aan te wijzen en Jannes zei: ‘Ja, nu moet ik eens even kijken, ja daar rechts is de plek’ en meteen schoot hij het bos in. Er werd door de twee soldaten op hem geschoten en ze troffen hem in zijn been. Jannes strompelde verder richting Mosselse pad en toen het donker genoeg werd stak hij over en ging achter een heuveltje liggen. Daarna richting Otterlo en klopte hij aan bij de dubbele jachtopzieners woning aan het Mosselse pad. Zijn been zag er niet goed uit en dokter Beumer werd erbij gehaald die de wond heeft verzorgd. Jannes hebben ze nooit meer in handen gekregen.